Een muur om je heen is een cel
Muren, ze zijn overal. In Israël wordt
gestaag doorgebouwd aan een drie tot acht meter hoog exemplaar. De oudste en
meest bekende is wellicht de Chinese muur, die gebouwd werd om binnenvallende
nomaden tegen te houden. Bij Constantinopel moest de muur van Theodosius de
troepen van Attilla de Hun tegenhouden. De Berlijnse muur ‘beschermde’ het
oosten tegen het westen.
Ook om huizen, gehuchten of
dorpen te beschermen werden er muren om heen gebouwd. De bedreiging was dan
niet zozeer een ander volk, maar vreemd volk, zwervers of lieden die kwaad in
de zin hadden. En in nog kleiner verband zoeken mensen al sinds hun bestaan
naar vormen van bescherming. Ze bouwen huizen voor zichzelf, waarbij stevige
muren bescherming moeten bieden tegen kou of dieven.
Muren. Mensen bouwen ook ‘muren’
om zichzelf of in zichzelf. ‘Oh, dat doet me niets’. ‘Ik heb een muur om me
heen, zodat niemand me kan kwetsen’. ‘Ik laat niemand toe achter mijn muur’.
Het zijn uitspraken van patiënten die me iets vertelden over hun muur, die
moest beschermen en veiligheid bieden. Maar omdat ze er met hun gevoel niet uit
komen, is de muur een cel geworden. En omdat niemand er achter mag, zitten ze
alleen in hun cel. Wat ooit als schuilplaats werd gebouwd is een gevangenis
geworden, met één op een cel.
Er zijn muren die bijna ieder
mens wel kent. Rationaliseren helpt om pijn of angst niet te voelen. Cynisme
kan een vorm van tegenagressie zijn om de pijn van afwijzing niet te voelen.
Afstandelijkheid wapent tegen al te grote nabijheid en beschermt zo tegen
gevoelens van kwetsbaarheid. Fantaseren kan beschermen tegen gevoelens van
minderwaardigheid. Terugtrekken uit sociale contacten wordt soms ingezet om
schaamte of afwijzing te voorkomen.
Mensen zoeken bescherming en
beschutting. Ook bij emotionele stormen of aanvallen gericht op het gevoel.
Zelfbescherming kan hier het beste letterlijk opgevat worden, namelijk als
bescherming van het zelf. Wie ooit te maken had met schaamte, afwijzing, angst,
krenking of negeren – en wie heeft dat niet – weet hoe we in ons zelf pijn
kunnen voelen. Daar beschermen mensen zich tegen, ze zorgen dat hen dat niet
weer gebeurt. Ze bouwen een muur.
Dat lijkt een verstandige
reactie, en er zijn situaties waarin andere mogelijkheden niet te vinden zijn.
Zeker voor mensen die in hun jeugd verwaarloosd, miskend, mishandeld of
misbruikt werden, was bescherming door terugtrekking achter een muur vaak de
enige mogelijkheid om te overleven. Het gebeurt echter zomaar dat we hetgeen we
hebben geleerd in die ene onveilige omgeving blijven toepassen in andere
situaties, die wel veilig zijn.
Dat heeft onder andere te maken
met wat de gevoelsbrug wordt genoemd. Wie zich blij voelt, kan gemakkelijk
terugdenken aan eerdere momenten van geluk. Die gelukkige momenten zijn
moeilijk te herinneren in sombere omstandigheden. Dan zullen juist treurige
momenten uit het verleden eerder naar boven komen. Kortom, gelijksoortige
gevoelens zijn als het ware met bruggetjes in ons geheugen met elkaar
verbonden. Dat kan ook tot gevolg hebben dat gevoelens uit heden en verleden
via deze bruggetjes in elkaar overlopen.
Een voorbeeld. Bij een kleine
afwijzing in het hier-en-nu door een collega voelt Gerard een pijn die extreem
heftig is, omdat hij ooit eerder werd afgewezen door zijn vrouw en nog vroeger
door vader. Via de gevoelsbrug heeft de kleinere pijn in het hier-en-nu de veel
sterkere pijnen uit andere situaties geactiveerd. Wanneer Gerard deze heftige
pijn vervolgens uit naar de collega, kan deze zich onbegrepen voelen en alsnog
sterker Gerard afwijzen. En dat bevestigt dan Gerard weer in zijn opvatting dat
de wereld onveilig is. Hij hoogt zijn muur op en trekt zich terug. Het kan niet
anders, zo denkt hij.
Veel muren roepen heftige
gevoelens op. De één zegt er niet zonder te kunnen, de ander vindt dat de muur
juist gedrag uitlokt. Dergelijke tegenstellingen doen zich vooral voor bij
muren zoals die in Jeruzalem. Zelden hoor ik zulke heftige reacties als het
gaat om muren van huizen. Dat heeft vast ook te maken met de deuren en ramen
erin. Dan kun je naar buiten kijken – of naar binnen – en mensen kunnen naar
buiten lopen of anderen binnen nodigen. Wanneer zij dat willen. Dat zou
mogelijk ook voor andere muren goed zijn. Want alleen een muur om je heen wordt
een cel.